Wetenschappelijk Onderzoek naar Eenzaamheid in de VS en Europa (2020)
Conclusie en Aanbevelingen
De wetenschappelijke literatuur uit 2020, met een focus op de VS en Europa, biedt een genuanceerd en diepgaand beeld van eenzaamheid, de theorieën eromheen, en de effectiviteit van interventies, met de COVID-19 pandemie als een centrale, ontwrichtende factor.
Complexiteit van Eenzaamheid en de Impact van de Pandemie:
Eenzaamheid wordt consistent onderscheiden van sociale isolatie, waarbij de subjectieve ervaring van een tekort aan gewenste sociale relaties centraal staat. De pandemie en de bijbehorende fysieke afstandsmaatregelen leidden weliswaar tot een objectieve toename van sociale isolatie, maar de impact op subjectieve eenzaamheid was complex en niet altijd eenduidig. Studies toonden een kleine, maar robuuste toename in eenzaamheid, maar ook aanzienlijke heterogeniteit en veerkracht. De toename van emotionele eenzaamheid (gemis van intieme banden) bleek vaak sterker dan die van sociale eenzaamheid (gemis van een breder netwerk), gedreven door persoonlijke verliezen en zorgen, meer dan enkel fysieke afstand. Dit onderstreept dat eenzaamheid diep geworteld is in de perceptie van relatiekwaliteit en het voldoen aan de behoefte aan verbinding.
De pandemie fungeerde als een vergrootglas, dat bestaande demografische en psychologische kwetsbaarheden voor eenzaamheid versterkte. Jongere volwassenen, alleenstaanden en mensen met reeds bestaande psychische problemen bleken het meest kwetsbaar. Dit wijst op de noodzaak van gerichte preventie en interventies die verder gaan dan alleen algemene maatregelen.
Theoretische Fundering van Hulpverlening en Beleid:
Interventies ter vermindering van eenzaamheid richten zich doorgaans op het verbeteren van sociale vaardigheden, het versterken van sociale ondersteuning, het vergroten van mogelijkheden voor sociaal contact en het aanpakken van onaangepaste sociale cognities. Opvallend is dat veel interventies in 2020 een gebrek aan expliciete theoretische onderbouwing lieten zien, wat de replicatie en generaliseerbaarheid van succesvolle benaderingen kan belemmeren. Dit duidt op een kloof tussen de praktijk en de theorie in de interventieontwikkeling, mogelijk versneld door de urgentie van de pandemie.
Er was een duidelijke verschuiving naar een systemische benadering van eenzaamheid, waarbij het niet langer uitsluitend als een individueel probleem wordt gezien, maar als een volksgezondheidsprobleem dat een gecoördineerde respons van de gezondheidszorg, beleidsmakers en gemeenschappen vereist. Rapporten zoals dat van NASEM (2020) pleitten voor het screenen van eenzaamheid in klinische settings, het opnemen ervan in patiëntendossiers en samenwerking tussen zorg- en sociale diensten.
Effectiviteit van Interventies en de Rol van Technologie:
Meta-onderzoek uit 2020 suggereerde dat interventies die zich richten op het aanpakken van onaangepaste sociale cognities het meest succesvol waren. Multi-component interventies, die verschillende strategieën combineren, bleken effectiever dan single-focus benaderingen. Dit benadrukt de noodzaak van een gepersonaliseerde en holistische aanpak, afgestemd op de unieke behoeften en het type eenzaamheid van het individu.
De rol van technologie, met name videobellen, als interventie bleef in 2020 onzeker. Een Cochrane review vond zeer onzeker bewijs voor de effectiviteit ervan bij ouderen, mede omdat er geen studies waren uitgevoerd tijdens de pandemie. Dit illustreert een kloof tussen de snelle implementatie van technologische oplossingen in crisistijd en de beschikbaarheid van rigoureus, evidence-based onderzoek naar hun effectiviteit.
Aanbevelingen:
Op basis van de geanalyseerde literatuur uit 2020 kunnen de volgende aanbevelingen worden geformuleerd voor toekomstig onderzoek, beleid en praktijk:
- Versterk de Theoretische Basis van Interventies: Toekomstige interventies moeten expliciet worden gebaseerd op robuuste psychologische en sociologische theorieën over eenzaamheid. Dit zal de effectiviteit, replicatie en generaliseerbaarheid van succesvolle benaderingen verbeteren en een dieper begrip creëren van waarom bepaalde interventies werken.
- Ontwikkel Gepersonaliseerde en Multi-component Interventies: Gezien de heterogeniteit van eenzaamheid en de effectiviteit van multi-component benaderingen, is een “one-size-fits-all” aanpak onvoldoende. Interventies moeten op maat worden gemaakt, rekening houdend met het specifieke type eenzaamheid (sociaal, emotioneel, existentieel) en de unieke risicofactoren van het individu. Dit vereist betere diagnostische instrumenten en flexibele programma’s.
- Investeer in Rigoureus Onderzoek naar Technologie-gebaseerde Interventies: Hoewel technologie potentieel biedt om sociale en ruimtelijke barrières te overbruggen, is er dringend behoefte aan hoogwaardige gerandomiseerde gecontroleerde trials (RCT’s) die de effectiviteit van technologie-gebaseerde interventies, met name in crisissituaties, rigoureus evalueren. Dit omvat onderzoek naar welke technologieën voor welke groepen en onder welke omstandigheden het meest effectief zijn.
- Implementeer een Geïntegreerde Volksgezondheidsbenadering: Eenzaamheid moet worden erkend als een maatschappelijk vraagstuk dat een gecoördineerde, multi-sectorale respons vereist. Dit omvat:
- Proactieve Screening: Het periodiek screenen op eenzaamheid in klinische en gemeenschapssettings, en het opnemen van deze gegevens in relevante dossiers.
- Samenwerking tussen Sectoren: Het bevorderen van samenwerking tussen gezondheidszorg, sociale diensten, gemeenschapsorganisaties en beleidsmakers om een naadloze en holistische ondersteuning te bieden.
- Bewustwording en Destigmatisering: Publieke campagnes om het bewustzijn over eenzaamheid te vergroten en het stigma te verminderen, zodat mensen eerder hulp zoeken.
- Aandacht voor Taalgebruik: Het gebruik van precieze taal, zoals “fysieke afstand” in plaats van “sociale afstand”, om onbedoelde psychologische schade te voorkomen.
- Focus op Onderliggende Kwetsbaarheden: Aangezien de pandemie bestaande kwetsbaarheden voor eenzaamheid versterkte, moeten preventie- en interventiestrategieën zich richten op de dieperliggende sociale en psychologische determinanten van eenzaamheid. Dit omvat het aanpakken van factoren zoals geestelijke gezondheidsproblemen, alleen wonen, en specifieke kwetsbaarheden bij jongere leeftijdsgroepen.
- Onderzoek naar Veerkracht en Copingmechanismen: Verder onderzoek is nodig naar de mechanismen van veerkracht en effectieve copingstrategieën die mensen in staat stellen om te gaan met perioden van verhoogde isolatie en stress, en hoe deze kunnen worden bevorderd in interventies.
Door deze aanbevelingen te volgen, kan de samenleving beter voorbereid zijn op toekomstige crises en een duurzame aanpak ontwikkelen om de aanhoudende uitdaging van eenzaamheid effectief te bestrijden.
Eenzaamheid, gedefinieerd als een subjectief en onwelkom gevoel van een tekort aan sociale verbindingen, was reeds vóór 2020 een groeiend maatschappelijk en volksgezondheidsprobleem in zowel de Verenigde Staten als Europa.(1) De Wereldgezondheidsorganisatie had sociale ontkoppeling al tot een belangrijke volksgezondheidscrisis verklaard.(8) Echter, de uitbraak van de COVID-19 pandemie in 2020 en de daaropvolgende ingrijpende maatregelen, zoals lockdowns, fysieke afstand en reisbeperkingen, hebben de aandacht voor dit fenomeen aanzienlijk vergroot.(1) Deze periode bood een unieke, zij het tragische, context om de dynamiek van eenzaamheid en de directe impact van sociale beperkingen op de geestelijke gezondheid te bestuderen.
De pandemie dwong mensen om hun dagelijkse leven, professionele werkomgevingen, thuissituaties, onderwijs en sociale activiteiten drastisch aan te passen.(4) Dit leidde tot een vermindering van fysieke contacten, wat op zijn beurt de gevoelens van eenzaamheid kon versterken.(1) De vrees voor een “eenzaamheidspandemie” nam toe, gezien de bekende negatieve gevolgen van eenzaamheid voor zowel fysieke als mentale gezondheid, waaronder een verhoogd risico op depressie, angst, hart- en vaatziekten en zelfs vroegtijdige sterfte.(1)
Dit rapport biedt een gestructureerd overzicht van wetenschappelijk onderzoek naar eenzaamheid uit de VS en Europa, gepubliceerd in 2020, met een focus op theorievorming rond eenzaamheid, theorievorming rond hulpverlening bij eenzaamheid, en meta-onderzoek naar interventies bij eenzaamheid. De selectie is beperkt tot twaalf representatieve en impactvolle artikelen die een dieper begrip bieden van de complexiteit van eenzaamheid in deze cruciale periode.
Ter introductie van de besproken literatuur, volgt hieronder een overzicht van de geselecteerde wetenschappelijke artikelen:
| Nr. | Titel van het Artikel |Auteurs | Publicatiejaar | Belangrijkste Thema(‘s) | Geografische Focus |
| :– | :——————- | :—— | :————- | :—————— | :—————– |
| 1. | Loneliness in the Era of COVID-19 | Miller, E. D. | 2020 | Theorievorming Eenzaamheid | Algemeen (COVID-19 context) |
| 2. | Loneliness Before and During the COVID-19 Pandemic: A Systematic Review With Meta-Analysis | Ernst, M., et al. | 2022 | Theorievorming Eenzaamheid | Wereldwijd (incl. VS, Europa) |
| 3. | Loneliness and Social Isolation During the COVID-19 Pandemic: A Systematic Review Enriched With Empirical Evidence From a Large-Scale Diary Study | Buecker, S., & Horstmann, K. T. | 2022 | Theorievorming Eenzaamheid | Algemeen (COVID-19 context) |
| 4. | Loneliness: A Signature Mental Health Concern in the Era of COVID-19 | Killgore, W. D. S., et al. | 2020 | Theorievorming Eenzaamheid | VS |
| 5. | Loneliness in the UK during the COVID-19 pandemic: Cross-sectional results from the COVID-19 Psychological Wellbeing Study | Groarke, J. M., et al. | 2020 | Theorievorming Eenzaamheid | VK |
| 6. | Emotional, Social, and Existential Loneliness Before and During the COVID-19 Pandemic: Prevalence and Risk Factors Among Dutch Older Adults | van Tilburg, T. G., et al. | 2021 | Theorievorming Eenzaamheid | Nederland |
| 7. | Mental Health and Social Isolation in Older Adults During the COVID-19 Pandemic | Krendl, A. C., & Perry, B. L. | 2020 | Theorievorming Eenzaamheid | VS |
| 8. | Social Isolation, Loneliness and Well-Being: The Impact of WeChat Use Intensity During the COVID-19 Pandemic in China | He, Y., & Huang, L. | 2020 | Theorievorming Hulpverlening | China (theoretisch toepasbaar) |
| 9. | Social Isolation and Loneliness in Older Adults: Opportunities for the Health Care System | National Academies of Sciences, Engineering, and Medicine (NASEM) | 2020 | Theorievorming Hulpverlening | VS |
| 10. | Loneliness, Isolation, and Social Support Factors in Post-COVID-19 Mental Health | Saltzman, L. Y., et al. | 2020 | Theorievorming Hulpverlening | Algemeen (COVID-19 context) |
| 11. | Video calls for reducing social isolation and loneliness in older people: a rapid review | Noone, C., et al. | 2020 | Meta-onderzoek Interventies | Algemeen (focus op ouderen) |
| 12. | Interventions to reduce social isolation and loneliness during COVID-19: A rapid systematic review | Vargo, E. J., et al. | 2020 | Meta-onderzoek Interventies | Algemeen (COVID-19 context) |
Theorievorming rond Eenzaamheid in 2020
De wetenschappelijke literatuur uit 2020 benadrukt consistent het cruciale onderscheid tussen eenzaamheid en sociale isolatie, twee concepten die vaak door elkaar worden gebruikt, maar fundamenteel verschillend zijn.(1) Eenzaamheid is een subjectieve, onwelkome emotionele ervaring. Het ontstaat wanneer er een discrepantie is tussen de gewenste en de feitelijke kwaliteit en/of kwantiteit van iemands sociale relaties.(1) Het is een gevoel van pijn dat voortkomt uit een waargenomen tekort aan verbinding, ongeacht de objectieve aanwezigheid van anderen.(3)
Sociale isolatie daarentegen is een objectieve maatstaf. Het verwijst naar het feitelijke gebrek aan sociale contacten of een beperkt sociaal netwerk.(1) Iemand kan sociaal geïsoleerd zijn (bijvoorbeeld door alleen te wonen of weinig contacten te hebben) zonder zich eenzaam te voelen, als deze situatie overeenkomt met hun wensen.(1) Omgekeerd kan iemand zich eenzaam voelen te midden van veel mensen, bijvoorbeeld in een menigte of binnen oppervlakkige relaties, omdat de kwaliteit van de verbindingen ontbreekt.(3)
De COVID-19 pandemie bood een unieke context om deze conceptuele afbakening verder te onderzoeken. De maatregelen van fysieke afstand en lockdowns leidden tot een objectieve toename van sociale isolatie voor grote delen van de bevolking.(1) Echter, studies uit 2020 lieten zien dat de toename van subjectieve eenzaamheid niet altijd zo eenduidig was als verwacht. Sommige onderzoeken vonden een kleine, maar robuuste toename in eenzaamheid (1), terwijl andere studies veerkracht constateerden of zelfs stabiele of afnemende eenzaamheidstrends rapporteerden.(19) Deze variabiliteit in bevindingen, waarbij objectieve isolatie niet altijd leidde tot een evenredige toename van subjectieve eenzaamheid, onderstreepte dat eenzaamheid diep geworteld is in de perceptie van de kwaliteit van relaties en het voldoen aan de behoefte aan verbinding, en niet louter een gevolg is van een gebrek aan contact. De pandemie fungeerde als een vergrootglas voor de complexe psychologische processen die ten grondslag liggen aan eenzaamheid, waarbij de subjectieve ervaring van verbinding belangrijker bleek dan de loutere aanwezigheid van anderen. Dit heeft belangrijke implicaties voor het ontwerp van interventies, die zich moeten richten op het verbeteren van de kwaliteit van relaties en de perceptie van verbinding, in plaats van alleen het aantal sociale contacten te vergroten.
Wetenschappelijk onderzoek onderscheidt doorgaans drie hoofdtypen eenzaamheid, die elk een verschillende aard van gemis weerspiegelen (22):
- Sociale eenzaamheid: Dit type eenzaamheid vloeit voort uit het gemis van een breder sociaal netwerk. Het betreft het ontbreken van verbindingen met vrienden, collega’s, buren of gemeenschapsbanden, wat resulteert in een gevoel van niet ingebed zijn in een grotere groep.(2)
- Emotionele eenzaamheid: Dit type eenzaamheid ontstaat door het gemis van een diepe, intieme band met één of enkele personen. Het gaat om het ontbreken van een betekenisvolle, hechte relatie, zoals die met een partner of beste vriend, die voorziet in de behoefte aan erkenning en erbij horen.(2)
- Existentiële eenzaamheid: Dit is een diepgaand gevoel van fundamentele gescheidenheid van anderen en de wereld. Het wordt vaak geassocieerd met traumatische ervaringen, confrontaties met sterfelijkheid, of een gevoel van zinloosheid in het leven.(22) Dit gevoel kan zelfs optreden wanneer men omringd is door anderen, als een gevoel van niet begrepen worden of psychologisch en emotioneel losgekoppeld zijn.(25)
De COVID-19 pandemie had een differentieel effect op deze typen eenzaamheid. Onderzoek van van Tilburg et al. (2021) bij ouderen in Nederland toonde bijvoorbeeld aan dat de gemiddelde emotionele eenzaamheid sterk toenam tijdens de lockdown, terwijl de gemiddelde sociale eenzaamheid slechts licht steeg.(9) Dit suggereert dat de pandemie, door de beperking van intieme contacten en de toegenomen zorgen, vooral de behoefte aan diepe, persoonlijke verbindingen raakte. De auteurs van deze studie concludeerden dat persoonlijke verliezen, zorgen over de pandemie, en een afname van vertrouwen in maatschappelijke instituties meer bepalend waren voor de toename van eenzaamheid dan de sociale afstandsmaatregelen zelf.(9)
Deze bevindingen benadrukken het belang van copingmechanismen en veerkracht. Hoewel de pandemie objectieve sociale beperkingen oplegde, suggereert de waargenomen veerkracht in sommige studies (bijv. Luchetti et al., 2020, geciteerd in (19); Palgi et al., 2020(6)) dat mensen adaptieve strategieën ontwikkelden om met de situatie om te gaan. Dit kan het versterken van bestaande intieme relaties zijn geweest, wat emotionele eenzaamheid kan verminderen (28), of het vinden van solidariteit in de gedeelde ervaring van de pandemie, wat sociale eenzaamheid kan bufferen.(26) De focus op persoonlijke verliezen en zorgen als drijfveren voor eenzaamheid, in plaats van alleen sociale afstand, wijst op de diepere psychologische en existentiële dimensies die de pandemie raakten. Dit impliceert dat interventies niet alleen gericht moeten zijn op het herstellen van sociale contacten, maar ook op het versterken van copingvaardigheden, emotionele regulatie en het bevorderen van een gevoel van verbondenheid en zingeving, vooral in tijden van crisis.
Verschillende studies uit 2020 identificeerden specifieke demografische groepen en situaties die een verhoogd risico liepen op eenzaamheid tijdens de pandemie. Deze bevindingen laten zien dat de impact van de crisis ongelijk verdeeld was en vaak bestaande kwetsbaarheden versterkte:
- Jongere Volwassenen: In het VK vonden Groarke et al. (2020) dat jongere volwassenen (18-24 jaar) significant vaker eenzaam waren dan oudere leeftijdsgroepen.(9) Deze trend werd ook waargenomen bij jonge volwassenen in Italië, waar een aanzienlijk deel (27%) van de 18-34-jarigen hoge niveaus van eenzaamheid rapporteerde tijdens de eerste lockdown.(10) Dit kan worden verklaard door de verstoring van sociale ontwikkelingsstadia, zoals het sluiten van scholen en universiteiten, die jonge mensen harder trof in hun behoefte aan sociale interactie en netwerkvorming.
- Alleenstaanden/Alleenwonenden: Personen die alleen woonden of single waren, hadden een significant hoger risico op eenzaamheid.(9) Deze groep miste mogelijk de ingebouwde sociale buffer die een huishouden of partnerrelatie kan bieden tijdens perioden van gedwongen isolatie.
- Geestelijke Gezondheidsproblemen: Eenzaamheid bleek sterk geassocieerd te zijn met depressie, angst en suïcidale gedachten.(5) Een studie van Palgi et al. (2020) in Israël toonde aan dat eenzaamheid de meest prominente risicofactor was voor depressie en angst tijdens de COVID-19 uitbraak, zelfs na correctie voor andere demografische en gezondheidsfactoren.(6) Dit onderstreept de bidirectionele relatie tussen eenzaamheid en psychische aandoeningen, waarbij eenzaamheid zowel een oorzaak als een gevolg kan zijn.
- Ouderen: Hoewel er initiële zorgen waren over de eenzaamheid bij ouderen, toonden studies gemengde resultaten. Krendl en Perry (2020) vonden een toename van eenzaamheid en depressie bij ouderen in de VS.(9) Echter, van Tilburg et al. (2021) constateerden een zekere veerkracht bij ouderen in Nederland, waarbij de toename van eenzaamheid minder sterk was dan verwacht.(9) Bae (2020) vond een hoger risico voor ouderen die alleen woonden in Europa/Israël.(9) Dit suggereert dat de ervaring van eenzaamheid bij ouderen complex is en afhangt van individuele omstandigheden en copingmechanismen.
- Niet-COVID-specifieke Risicofactoren: Een belangrijke bevinding van Groarke et al. (2020) was dat de geïdentificeerde risicofactoren voor eenzaamheid (zoals jongere leeftijd, gescheiden zijn, moeite met emotieregulatie en slechte slaapkwaliteit) niet specifiek waren voor de COVID-19 crisis, maar eerder bestaande kwetsbaarheden versterkten.(9) Dit betekent dat de pandemie fungeerde als een stressor die de reeds aanwezige “sociale breuklijnen” in de samenleving verergerde, in plaats van volledig nieuwe risicofactoren te creëren. Deze constatering leidt tot de conclusie dat beleid en hulpverlening proactief de onderliggende sociale en psychologische determinanten van eenzaamheid moeten aanpakken, in plaats van enkel te reageren op acute crisissituaties. Het verminderen van eenzaamheid vereist een dieper begrip van deze structurele en individuele kwetsbaarheden.
Concept/Model | Definitie/Kernkenmerk | Relevante Bronnen (Snippet ID’s) |
Eenzaamheid | Subjectief, onwelkom gevoel van gebrek aan sociale verbindingen; discrepantie tussen gewenste en feitelijke relaties. | 1 |
Sociale Isolatie | Objectief gebrek aan sociale contacten of een beperkt sociaal netwerk. | 1 |
Sociale Eenzaamheid | Gemis van een breder sociaal netwerk (vrienden, collega’s, gemeenschap). | 2 |
Emotionele Eenzaamheid | Gemis van een diepe, intieme band met één of enkele personen (partner, beste vriend). | 2 |
Existentiële Eenzaamheid | Diepgaand gevoel van fundamentele gescheidenheid van anderen en de wereld, vaak bij traumatische ervaringen of sterfelijkheid. | 22 |
Cognitieve Discrepantie Model | Eenzaamheid als een cognitieve discrepantie tussen gewenste en waargenomen sociale relaties. | 17 |
Evolutionaire Theorie van Eenzaamheid | Eenzaamheid als een adaptief alarmsignaal dat aanzet tot herverbinding, vergelijkbaar met fysieke pijn. | 13 |
Regulatory Loop Model | Eenzaamheid creëert een negatieve spiraal van sociale interacties door hypervigilantie en negatieve verwachtingen. | 13 |
Populair-wetenschappelijke Samenvattingen:
Theorievorming rond Eenzaamheid
Miller, E. D. (2020). Loneliness in the Era of COVID-19. (8)
Dit artikel, gepubliceerd in september 2020, werpt een licht op de psychologische gevolgen van de COVID-19 pandemie, met een specifieke focus op eenzaamheid. De auteur, Eric D. Miller, stelt dat COVID-19 een “bijzonder wrede ziekte” is, niet alleen vanwege de fysiologische effecten, maar ook vanwege de potentieel verwoestende gevolgen voor het ontstaan van eenzaamheid. De noodzakelijke maatregelen van sociale afstand en isolatie, hoewel cruciaal voor het indammen van het virus, zijn intrinsiek verbonden met diverse negatieve psychologische effecten, waaronder eenzaamheid.
Miller benadrukt dat eenzaamheid al vóór de pandemie een belangrijke volksgezondheidscrisis was, geassocieerd met verhoogde morbiditeit en mortaliteit, inclusief suïcide. De pandemie heeft deze zorgen alleen maar versterkt. Het artikel exploreert hoe de crisis onze percepties van anderen kan aanpassen en ons kan herinneren aan het belang van gezondheid en de kwetsbaarheid van het leven. Het is mogelijk dat de pandemie individuen ertoe aanzet om aspecten van hun leven die hebben bijgedragen aan eerdere gevoelens van eenzaamheid, opnieuw te evalueren.
Een belangrijk punt dat wordt aangestipt, is dat alleen zijn niet inherent gelijkstaat aan eenzaamheid, noch dat de fysieke aanwezigheid van anderen (zoals een partner) eenzaamheid noodzakelijkerwijs voorkomt. Dit onderscheid is cruciaal voor het begrijpen van de complexe aard van eenzaamheid. De auteur wijst op de rol van technologie als een potentieel middel om isolatie en eenzaamheid te bestrijden tijdens de pandemie, met name bij ouderen. Echter, wordt ook opgemerkt dat veelvoorkomende copingmechanismen voor eenzaamheid, zoals het vergroten van sociale activiteiten, belemmerd kunnen worden door de aard van de pandemie.
Miller concludeert dat de psychologische theorie, praktijk en onderzoek moeten samenwerken om de “steeds groeiende eenzaamheidscrisis” aan te pakken die waarschijnlijk het gevolg zal zijn van deze pandemie. Het artikel roept op tot meer onderzoek naar de directe en indirecte effecten van de pandemie op eenzaamheidsgevoelens en de rol van technologie hierin. Het benadrukt dat de crisis, hoewel uniek, ook een herbeoordeling van onze sociale verbindingen kan teweegbrengen.
Ernst, M., et al. (2022). Loneliness Before and During the COVID-19 Pandemic: A Systematic Review With Meta-Analysis. (1)
Deze systematische review en meta-analyse, gepubliceerd in 2022 maar gericht op de impact van de COVID-19 pandemie vanaf 2020, onderzocht of eenzaamheid daadwerkelijk is toegenomen sinds het begin van de pandemie. De studie synthetiseerde gegevens van 34 onderzoeken met in totaal 215.026 deelnemers, waaronder zowel longitudinale als pseudo-longitudinale ontwerpen.
De belangrijkste bevinding was een algemene toename van eenzaamheid sinds het begin van de pandemie. Wanneer alleen longitudinale studies (die dezelfde personen vóór en tijdens de pandemie volgden) werden gepoold, bleken eenzaamheidsscores en prevalentiecijfers significant te zijn toegenomen, zij het met kleine effectgroottes. Dit suggereert dat de pandemie en de bijbehorende maatregelen, zoals fysieke afstand, inderdaad hebben bijgedragen aan een toename van subjectieve eenzaamheid.
De studie benadrukt echter ook dat de waargenomen toename, hoewel statistisch significant, een klein effect was en bovendien heterogeen van aard. Dit betekent dat de bevindingen tussen individuele studies varieerden en dat de impact van de pandemie op eenzaamheid niet uniform was. De robuustheid van de resultaten werd bevestigd door verschillende gevoeligheidsanalyses, en er was geen indicatie van publicatiebias.
De meta-analyse identificeerde verschillende risicofactoren voor een toename van eenzaamheid tijdens de pandemie. Zowel jongere (bijv. studenten) als oudere (bijv. senioren) leeftijdsgroepen lieten een toename zien. Specifieke kwetsbaarheden waren onder meer alleen wonen, single zijn, vrouw zijn, en het hebben van bestaande psychische aandoeningen of klachten (zoals angst en depressie). Ondanks de identificatie van deze factoren, kon de meta-regressie minder dan een derde van de waargenomen variatie verklaren, wat aangeeft dat andere, ononderzochte factoren waarschijnlijk ook een rol speelden in de ontwikkeling van eenzaamheid tijdens de pandemie.
De auteurs concluderen dat er sprake was van kleine, maar robuuste toenames in eenzaamheid tijdens de COVID-19 pandemie in diverse demografische groepen. Deze bevindingen onderstrepen de noodzaak van voortdurende monitoring van gevoelens van sociale verbondenheid en verder onderzoek naar risico- en beschermende factoren, gezien de negatieve impact van eenzaamheid op mentale en fysieke gezondheid.
Buecker, S., & Horstmann, K. T. (2022). Loneliness and Social Isolation During the COVID-19 Pandemic: A Systematic Review Enriched With Empirical Evidence From a Large-Scale Diary Study. (18)
Deze systematische review, gepubliceerd in januari 2022, richt zich op de prevalentie en correlaten van eenzaamheid en sociale isolatie tijdens de vroege fase van de COVID-19 pandemie, met een focus op studies die in 2020 zijn uitgevoerd. De auteurs, Susanne Buecker en Kai T. Horstmann, synthetiseerden bevindingen uit 53 studies en vulden dit aan met empirisch bewijs uit een grootschalig dagboekonderzoek.
De review constateerde dat de meeste kwantitatieve studies uit de vroege pandemiefase (2020) cross-sectioneel van aard waren. De weinige longitudinale studies rapporteerden voornamelijk toenames in eenzaamheid, vooral wanneer de metingen van vóór de pandemie maanden of jaren eerder waren gedaan. Studies met pre-pandemische metingen die slechts weken of dagen vóór de pandemie waren afgenomen, rapporteerden relatief stabiele of zelfs afnemende eenzaamheidstrends. Dit suggereert een complex en dynamisch beeld van eenzaamheid tijdens de beginfase van de crisis.
Het artikel benadrukt de definitie van eenzaamheid als een aversief gevoel dat ontstaat wanneer de kwaliteit of kwantiteit van iemands sociale relaties als onbevredigend wordt ervaren. De auteurs merkten op dat contactbeperkingen en thuisblijfopdrachten zowel de waargenomen kwaliteit als kwantiteit van sociale relaties konden beïnvloeden. Gesprekken die uitsluitend over COVID-19 gingen, of het gebruik van telefonische en videochats in plaats van face-to-face communicatie, konden de waargenomen kwaliteit van relaties beïnvloeden, leidend tot lagere ervaren nabijheid en intimiteit.
Het eigen empirische onderzoek van de auteurs, een intensieve longitudinale dagboekstudie, toonde aan dat de kwaliteit van sociale relaties gemiddeld slechter werd ervaren tijdens de pandemie dan ervoor. Deze perceptie werd in de eerste twee weken van de pandemie iets sterker, maar stagneerde daarna. Wat de kwantiteit van sociale interacties betreft, rapporteerden deelnemers gemiddeld minder interacties aan het begin van de studie dan vóór de pandemie, en deze waargenomen afname zette lineair door.
De studie concludeert dat, hoewel de empirische bewijzen over een toename van eenzaamheid gemengd waren, de pandemie-gerelateerde maatregelen waarschijnlijk zowel de kwaliteit als de kwantiteit van sociale relaties hebben beïnvloed. De heterogeniteit van de effecten duidt op de noodzaak om risico- en beschermende factoren verder te onderzoeken naarmate de pandemie vordert, om gerichte interventies te kunnen ontwikkelen.
Killgore, W. D. S., Cloonan, S. A., Taylor, E. C., & Dailey, N. S. (2020). Loneliness: A Signature Mental Health Concern in the Era of COVID-19. (9)
Dit artikel, gepubliceerd in mei 2020, onderzoekt de prevalentie van eenzaamheid en de associatie met depressie en suïcidale gedachten in de Verenigde Staten tijdens de vroege fase van de COVID-19 pandemie. De auteurs, William D. S. Killgore en collega’s, voerden een cross-sectionele enquête uit onder 1.013 Amerikaanse volwassenen tijdens de derde week van de “shelter-in-place” richtlijnen.
De studie vond dat eenzaamheid verhoogd was, met 43% van de respondenten die boven de gepubliceerde drempelwaarden scoorden op de UCLA Loneliness Scale-3. Deze bevinding is consistent met andere studies die een negatieve impact van de pandemie op de geestelijke gezondheid rapporteerden, zowel bij ouderen als bij jongere en middelbare volwassenen in de VS.(9) De auteurs benadrukken dat eenzaamheid sterk geassocieerd was met hogere niveaus van depressie en suïcidale gedachten, wat het een “kritieke volksgezondheidskwestie” maakt die aandacht vereist tijdens de sociale isolatie-inspanningen om de pandemie te bestrijden.(28)
Het artikel erkent dat de pandemie en de daaruit voortvloeiende lockdowns en zelfisolatie een aanzienlijke toename van isolatiegevoelens hebben veroorzaakt.(28)Deze beleidsmaatregelen, hoewel noodzakelijk voor de volksgezondheid, hebben onbedoeld de gevoelens van sociale isolatie onder individuen versterkt. De auteurs merken op dat de bestaande literatuur een onderscheid maakt tussen het gevoel van eenzaamheid veroorzaakt door de COVID-19 pandemie en dat wat in andere perioden wordt ervaren. De uitdagingen van de pandemie dwongen individuen om onvoorziene omstandigheden onder ogen te zien, wat een verlangen opriep om emotionele banden met familie, verwanten en goede vrienden te versterken.(28)
De studie suggereert dat peer-ondersteuning stress en depressieve symptomen kan bufferen en het welzijn kan verbeteren, wat een belangrijke overweging is voor interventies. De bevindingen van Killgore et al. onderstrepen de noodzaak om de psychologische gevolgen van pandemie-gerelateerde isolatie serieus te nemen en passende ondersteuning te bieden om de negatieve impact op de geestelijke gezondheid te verminderen.
Groarke, J. M., Berry, E., Graham-Wisener, L., McKenna-Plumley, P. E., McGlinchey, E., & Armour, C. (2020). Loneliness in the UK during the COVID-19 pandemic: Cross-sectional results from the COVID-19 Psychological Wellbeing Study. (9)
Deze cross-sectionele studie, gepubliceerd in september 2020, onderzocht de prevalentie en voorspellers van eenzaamheid in het Verenigd Koninkrijk tijdens de initiële fase van de COVID-19 lockdown. De onderzoekers analyseerden gegevens van 1.964 volwassenen (18-87 jaar) die werden verzameld tussen 23 maart en 24 april 2020.
De studie vond dat de prevalentie van eenzaamheid in het VK tijdens deze periode 27% bedroeg. Dit percentage was consistent met pre-pandemisch onderzoek in het VK. Belangrijk is dat tussen 49% en 70% van de respondenten rapporteerde zich in de week voorafgaand aan de enquête “geïsoleerd”, “buitengesloten” of “gezelschap missend” te voelen, soms of vaak.(29)
De analyse identificeerde verschillende risico- en beschermende factoren voor eenzaamheid:
- Jongere leeftijd: Jongere volwassenen (18-24, 25-34, 45-54 jaar) hadden een significant hogere kans om eenzaam te zijn (4-5 keer hoger) vergeleken met personen ouder dan 65 jaar.(9) Dit suggereert dat jongeren mogelijk disproportioneel werden getroffen door lockdownmaatregelen, zoals het sluiten van scholen en universiteiten, wat hun sociale isolatie vergrootte.
- Relatiestatus: Gescheiden of weduwe/weduwnaar zijn verdubbelde de kans op eenzaamheid, terwijl getrouwd of samenwonend zijn een beschermende factor was.(29)
- Huishoudensamenstelling: Leven met een groter aantal volwassenen in hetzelfde huis verlaagde de kans op eenzaamheid.(29)
- Sociale ondersteuning: Hogere niveaus van waargenomen sociale ondersteuning waren een beschermende factor.(29)
- Mentale gezondheidssymptomen: Personen die voldeden aan de klinische criteria voor een depressie hadden bijna twee keer zoveel kans om eenzaam te zijn.29 Moeilijkheden met emotieregulatie en slechte slaapkwaliteit waren eveneens geassocieerd met eenzaamheid.(29)
Een cruciale conclusie van Groarke et al. was dat de geïdentificeerde risicofactoren voor eenzaamheid niet specifiek waren voor de COVID-19 crisis, maar eerder bestaande kwetsbaarheden versterkten.(9) Dit betekent dat de pandemie fungeerde als een stressor die de reeds aanwezige “sociale breuklijnen” in de samenleving verergerde. De bevindingen suggereren dat ondersteunende interventies om eenzaamheid te verminderen prioriteit moeten geven aan jongere mensen en mensen met psychische symptomen, en zich moeten richten op het verbeteren van emotieregulatie, slaapkwaliteit en sociale ondersteuning.
van Tilburg, T. G., et al. (2021). Emotional, Social, and Existential Loneliness Before and During the COVID-19 Pandemic: Prevalence and Risk Factors Among Dutch Older Adults. (9)
Dit artikel, gepubliceerd in juni 2021 maar gebaseerd op gegevens uit 2020, onderzocht de prevalentie en risicofactoren van emotionele, sociale en existentiële eenzaamheid bij oudere volwassenen in Nederland, zowel vóór als tijdens de COVID-19 pandemie. Theo G. van Tilburg en collega’s analyseerden gegevens van de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA).
De studie vond dat, hoewel er een toename was in het algemene eenzaamheidsniveau bij ouderen tijdens de pandemie, de toename van emotionele eenzaamheid significant sterker was dan die van sociale eenzaamheid.(9) Emotionele eenzaamheid, gedefinieerd als het gemis van een diepe, intieme band, nam sterk toe, terwijl sociale eenzaamheid (het gemis van een breder sociaal netwerk) slechts licht steeg. Existentiële eenzaamheid, het gevoel van fundamentele gescheidenheid, nam mogelijk ook toe.(26)
Een belangrijke bevinding was dat sociale afstandsmaatregelen niet de belangrijkste drijvende factor waren voor de toegenomen eenzaamheidsprevalentie.(9) In plaats daarvan waren persoonlijke verliezen, zorgen over de pandemie, en een afname van vertrouwen in maatschappelijke instituties geassocieerd met toegenomen geestelijke gezondheidsproblemen en gevoelens van eenzaamheid.(9) Dit suggereert dat de diepere psychologische en existentiële dimensies van de crisis, zoals onzekerheid en verlies van controle, een grotere rol speelden in de toename van eenzaamheid dan alleen het fysieke gebrek aan contact.
De studie toonde aan dat ouderen die vóór de pandemie al sociaal geïntegreerd waren en toegang hadden tot hulpbronnen, minder kwetsbaar waren voor een toename van eenzaamheid tijdens de pandemie.(26) Dit benadrukt het belang van veerkracht en bestaande sociale buffers. De auteurs concluderen dat de pandemie vooral de emotionele dimensie van eenzaamheid raakte, wat de noodzaak onderstreept van interventies die zich richten op het versterken van intieme relaties en het aanpakken van onderliggende zorgen en verlieservaringen, naast het bevorderen van sociale contacten.
Krendl, A. C., & Perry, B. L. (2020). Mental Health and Social Isolation in Older Adults During the COVID-19 Pandemic. (9)
Dit onderzoek, uitgevoerd door Anne Krendl en Brea Perry en gepubliceerd in 2020, richtte zich op de impact van de COVID-19 pandemie op de geestelijke gezondheid van oudere volwassenen in de Verenigde Staten. De studie vergeleek de sociale netwerken, subjectieve eenzaamheid en depressie van 93 oudere volwassenen in Bloomington, Indiana, zes tot negen maanden vóór de pandemie en vervolgens van eind april tot eind mei 2020, toen de meeste mensen onder thuisblijfmaatregelen vielen.
De belangrijkste bevinding was dat de geestelijke gezondheid van oudere volwassenen negatief werd beïnvloed door de COVID-19 pandemie.(9) De respondenten ervoeren hogere niveaus van depressie en eenzaamheid dan vóór de pandemie.(9) Dit resultaat kwam overeen met bevindingen bij jongere en middelbare volwassenen in de VS.(9)
De studie wees uit dat een aanzienlijk deel van de oudere volwassenen (68%) minder tijd doorbracht met dierbaren dan voorheen, en 79% vond dat hun sociale leven was afgenomen of negatief beïnvloed door COVID-19.(34) Hoewel ouderen traditioneel minder fervent gebruikers zijn van sociale media, suggereerde de pandemie een verschuiving, waarbij meer ouderen afhankelijk werden van sociale media om verbonden te blijven.(34)
De onderzoekers benadrukten dat de sterkte van relaties (waargenomen nabijheid tot de leden van iemands netwerk) de verbinding tussen eenzaamheid en depressie modereerde.(34) Dit betekent dat sterke, kwalitatieve relaties een buffer kunnen vormen tegen de negatieve effecten van eenzaamheid op de geestelijke gezondheid. Krendl en Perry concludeerden dat het essentieel is om de kortetermijnimpact van de pandemie op het mentale welzijn van ouderen volledig te begrijpen, zodat de benodigde middelen en diensten beschikbaar kunnen worden gesteld. Ze plannen vervolgonderzoek om te bepalen of deze veranderingen in de geestelijke gezondheid tijdelijk zijn of leiden tot permanente veranderingen.
Theorievorming rond Hulpverlening bij Eenzaamheid in 2020
De ontwikkeling van interventies ter vermindering van eenzaamheid wordt idealiter gestuurd door onderliggende theoretische modellen die verklaren waarom eenzaamheid ontstaat en hoe deze effectief kan worden aangepakt. De meest gangbare interventiestrategieën richten zich op vier hoofdgebieden: het verbeteren van sociale vaardigheden, het versterken van sociale ondersteuning, het vergroten van mogelijkheden voor sociaal contact, en het aanpakken van onaangepaste sociale cognities.(14) Deze strategieën zijn gebaseerd op verschillende psychologische en sociologische theorieën die de mechanismen van eenzaamheid proberen te verklaren.
Interventies die zich richten op het aanpakken van onaangepaste sociale cognities – dat wil zeggen, negatieve denkpatronen en verwachtingen over sociale relaties die eenzaamheid in stand houden – werden in eerdere meta-analyses vaak als het meest succesvol beschouwd.(39) Dit omvat technieken uit Cognitieve Gedragstherapie (CGT) en Mindfulness.(14) Het idee hierachter is dat eenzaamheid niet alleen voortkomt uit een gebrek aan contact, maar ook uit de manier waarop individuen hun sociale wereld waarnemen en interpreteren. Door deze percepties te veranderen, kunnen ze effectiever omgaan met sociale situaties en hun gevoelens van eenzaamheid verminderen.
Echter, een opvallende bevinding uit een review van interventies gericht op minderheidsgroepen (Patil & Braun, 2024, die 2020-relevante studies synthetiseert) was dat een aanzienlijk deel (83%) van de geïncludeerde interventies geen duidelijke theoretische basis presenteerde om hun ontwerp te rechtvaardigen, noch hun verband met bredere gezondheidsimplicaties.(44) Dit gebrek aan expliciete theoretische onderbouwing is een belangrijke tekortkoming. Het suggereert dat veel interventies mogelijk zijn ontwikkeld vanuit een “practice-driven” aanpak, gedreven door de directe behoefte aan oplossingen, in plaats van een “theory-driven” aanpak, die systematisch voortbouwt op wetenschappelijke inzichten. Dit kan de replicatie, aanpassing en generaliseerbaarheid van succesvolle interventies belemmeren, omdat het onduidelijk blijft waarom bepaalde benaderingen werken en voor wie ze het meest effectief zijn. De pandemie heeft mogelijk de urgentie van snelle implementatie vergroot, ten koste van diepgaande theoretische verankering, wat een potentiële kwetsbaarheid in de interventieontwikkeling blootlegt. Toekomstig onderzoek en de ontwikkeling van interventies moeten daarom prioriteit geven aan een robuuste theoretische basis om de effectiviteit te maximaliseren en duurzame oplossingen te creëren.
In 2020 werd eenzaamheid steeds meer erkend als een volksgezondheidsprobleem dat een gecoördineerde, systemische aanpak vereist, verder dan alleen individuele therapieën. Rapporten en adviezen begonnen te pleiten voor een bredere, multi-sectorale respons.
Het rapport van de Amerikaanse National Academies of Sciences, Engineering, and Medicine (NASEM) uit 2020, getiteld “Social Isolation and Loneliness in Older Adults: Opportunities for the Health Care System”, bood een uitgebreid kader voor het aanpakken van sociale isolatie en eenzaamheid bij oudere volwassenen in de gezondheidszorg.(4) Dit invloedrijke document beval onderzoek aan naar op maat gemaakte interventies gebaseerd op een volksgezondheidskader van primaire (preventie), secundaire (vroege detectie) en tertiaire (behandeling) preventie. Het benadrukte de noodzaak om eenzaamheid te identificeren in klinische settings, dit op te nemen in elektronische patiëntendossiers, en samen te werken met sociale diensten om een geïntegreerde zorg te bieden. Deze aanbevelingen markeren een belangrijke verschuiving in de theorievorming rond hulpverlening bij eenzaamheid: eenzaamheid wordt niet langer uitsluitend gezien als een individueel probleem, maar als een maatschappelijk vraagstuk met brede gezondheidsimplicaties die een gecoördineerde respons van de gezondheidszorg, beleidsmakers en gemeenschappen vereist. De pandemie heeft de urgentie van deze systemische aanpak verder onderstreept door de wijdverspreide impact van sociale beperkingen.
Daarnaast benadrukten Saltzman et al. (2020) de cruciale rol van sociale ondersteuning als copingmechanisme tijdens de pandemie en de potentie van technologie om eenzaamheid te bufferen.(3) Zij pleitten ook voor het gebruik van de term “fysieke afstand” in plaats van “sociale afstand” in overheidscommunicatie, om de negatieve connotatie van isolatie te verminderen en het belang van sociale verbinding te benadrukken, zelfs tijdens fysieke scheiding.(50) Dit illustreert hoe theoretische inzichten over de psychologische impact van taal kunnen leiden tot concrete beleidsaanbevelingen. Effectieve hulpverlening bij eenzaamheid vereist een geïntegreerde aanpak die verder gaat dan individuele therapieën, en die beleidsmaatregelen, gemeenschapsinitiatieven en de inzet van technologie omvat om sociale verbindingen op verschillende niveaus te bevorderen.
Populair-wetenschappelijke Samenvattingen:
Theorievorming rond Hulpverlening bij Eenzaamheid
He, Y., & Huang, L. (2020). Social Isolation, Loneliness and Well-Being: The Impact of WeChat Use Intensity During the COVID-19 Pandemic in China. (51)
Dit artikel, gepubliceerd in 2020, onderzoekt de complexe relatie tussen sociale isolatie, eenzaamheid en welzijn in de context van intensief gebruik van sociale media (WeChat) tijdens de COVID-19 pandemie in China. Hoewel de studie specifiek gericht is op China, bieden de theoretische modellen die worden besproken waardevolle inzichten voor de theorievorming rond hulpverlening bij eenzaamheid in bredere zin.
De auteurs bespreken drie belangrijke theoretische modellen die verklaren hoe sociale verbindingen (en dus interventies) het welzijn beïnvloeden:
- Het stress-buffering model: Dit model suggereert dat sociale relaties sociale ondersteuning (emotioneel, instrumenteel of informatief) kunnen bieden die de neuro-endocriene of adaptieve gedragsreacties op acute of chronische stressoren (zoals zelfquarantaine of sociale transities) verbetert (51) Dit betekent dat sociale verbindingen kunnen fungeren als een beschermende factor die de negatieve impact van stress op het welzijn vermindert.
- Het main effect model: Dit model benadrukt dat sociale verbondenheid op zichzelf gunstig is voor het welzijn, ongeacht of individuen onder stress staan of niet. Sociale verbondenheid kan leiden tot beschermende gezondheidseffecten via cognitieve, emotionele, gedragsmatige en biologische invloeden.(51) Het is een algemeen principe dat mensen die sociaal verbonden zijn, over het algemeen gezonder en gelukkiger zijn.
- Het regulatory loop model van eenzaamheid: Dit model stelt dat sociale isolatie wordt opgesplitst in objectieve sociale isolatie en waargenomen sociale isolatie (eenzaamheid). Eenzaamheid wordt gezien als een pijnlijk gevoel dat voortkomt uit een discrepantie tussen gewenste en feitelijke sociale relaties. Dit gevoel van onveiligheid kan leiden tot hypervigilantie voor sociale dreiging, wat weer cognitieve vertekeningen veroorzaakt. Eenzame mensen zien de sociale wereld als bedreigender, verwachten meer negatieve interacties en herinneren zich meer negatieve sociale informatie. Dit creëert een negatieve spiraal van sociale interacties, waarbij eenzaamheid zichzelf versterkt.(51)
De studie van He en Huang draagt bij aan de theorievorming over interventies door te laten zien hoe de intensiteit van sociale media-gebruik de relatie tussen sociale isolatie en welzijn kan modereren, zowel direct als indirect via eenzaamheid. Dit suggereert dat technologie een tweesnijdend zwaard kan zijn: het kan helpen bij het onderhouden van bestaande verbindingen en het creëren van nieuwe, maar het kan ook eenzaamheid vergroten als het face-to-face interacties vervangt. De inzichten uit dit artikel zijn cruciaal voor het ontwerpen van interventies die de positieve aspecten van sociale media benutten, terwijl de potentiële valkuilen worden vermeden, en die rekening houden met de onderliggende psychologische mechanismen van eenzaamheid.
National Academies of Sciences, Engineering, and Medicine (NASEM). (2020). Social Isolation and Loneliness in Older Adults: Opportunities for the Health Care System. (4)
Dit invloedrijke rapport, uitgebracht door de Amerikaanse National Academies of Sciences, Engineering, and Medicine (NASEM) in februari 2020, biedt een uitgebreide routekaart voor de gezondheidszorg om sociale isolatie en eenzaamheid bij oudere volwassenen aan te pakken. Het rapport werd opgesteld op verzoek van de AARP Foundation en verscheen net toen de COVID-19 pandemie zich begon te verspreiden, wat de relevantie van de bevindingen verder onderstreepte.
Het rapport stelt dat sociale isolatie en eenzaamheid belangrijke, maar vaak verwaarloosde, sociale determinanten van gezondheid zijn, met ernstige gevolgen voor fysieke en mentale gezondheid, kwaliteit van leven en levensduur.4 De impact op de mortaliteit is vergelijkbaar met die van bekende risicofactoren zoals roken, obesitas en fysieke inactiviteit.(4)
Het NASEM-rapport pleit voor een gestructureerde en systemische benadering van hulpverlening. Het beveelt aan dat zorgverleners en praktijken periodiek een beoordeling uitvoeren met gevalideerde instrumenten om oudere volwassenen te identificeren die sociale isolatie en eenzaamheid ervaren.(47)De resultaten van deze screening zouden moeten worden opgenomen in elektronische patiëntendossiers om een betere coördinatie van zorg mogelijk te maken.(47)
Verder benadrukt het rapport de noodzaak van onderzoek naar op maat gemaakte interventies die passen binnen een volksgezondheidskader van primaire (preventie), secundaire (vroege detectie) en tertiaire (behandeling) preventie.(47) Dit betekent dat interventies moeten worden ontworpen om eenzaamheid te voorkomen, vroegtijdig op te sporen en effectief te behandelen, afhankelijk van de behoeften van het individu. Het rapport moedigt ook samenwerking aan tussen zorgverleners en sociale diensten, inclusief die welke kwetsbare gemeenschappen bedienen, om effectieve teamgebaseerde zorg te creëren die verder gaat dan alleen medische aspecten.(47)
Het NASEM-rapport roept op tot het vergroten van het publieke bewustzijn over de gezondheidsimpact van eenzaamheid en het opnemen van eenzaamheidsmetingen in grootschalige gezondheidsstrategieën en enquêtes. Het benadrukt ook het belang van onderwijs en training voor zorgprofessionals over sociale isolatie en eenzaamheid. De aanbevelingen van dit rapport markeren een belangrijke verschuiving naar een systemische benadering van eenzaamheid, waarbij het niet langer uitsluitend als een individueel probleem wordt gezien, maar als een maatschappelijk vraagstuk dat een gecoördineerde respons van de gezondheidszorg, beleidsmakers en gemeenschappen vereist.
Saltzman, L. Y., Hansel, T. C., & Bordnick, P. S. (2020). Loneliness, Isolation, and Social Support Factors in Post-COVID-19 Mental Health. (3)
Dit artikel, gepubliceerd in juni 2020, verkent de psychologische impact van de COVID-19 pandemie, met een specifieke focus op de rol van eenzaamheid, sociale isolatie en sociale ondersteuning. De auteurs, Leia Y. Saltzman, Tonya Cross Hansel en Patrick S. Bordnick, belichten de spanning tussen de noodzakelijke fysieke afstandsmaatregelen en de fundamentele menselijke behoefte aan sociale verbinding.
De kern van het probleem, zo stellen de auteurs, is dat sociale ondersteuning een cruciaal copingmechanisme is tijdens crises, terwijl de primaire preventieve maatregel tegen COVID-19 juist sociale afstand inhield.(50) Dit conflict dwong velen om hun gebruikelijke manieren van verbinding te veranderen, ervan uitgaande dat ze gezonde relaties of toegang tot technologie hadden. De auteurs bekritiseren de term “sociale afstand” en pleiten voor “fysieke afstand”, omdat de eerste term de perceptie van isolatie versterkte en mogelijk de gevoelens van eenzaamheid verergerde.(50) Dit illustreert hoe de framing van beleidsmaatregelen een directe psychologische impact kan hebben.
Het artikel trekt parallellen met eerdere rampen, zoals orkaan Katrina, waaruit bleek dat sociale ondersteuning en gemeenschapsbanden cruciaal waren voor het herstel van de geestelijke gezondheid. Studies over rouw en verdriet tonen ook een sterke link met waargenomen eenzaamheid, wat naar verwachting zou toenemen door de verliezen tijdens COVID-19.(50) Depressie en andere psychische aandoeningen, die vaak voorkomen na rampen, worden verergerd door eenzaamheid en een gebrek aan sociale ondersteuning.(50) Omgekeerd is sociale ondersteuning een sterke voorspeller van veerkracht na rampen en posttraumatische groei.
De auteurs benadrukken de noodzaak van verder onderzoek om de bredere gedragsmatige gezondheidsimpact van de pandemie te begrijpen en om ervoor te zorgen dat middelen beschikbaar, actueel en evidence-based zijn.(50) Ze roepen specifiek op tot onderzoek naar hoe technologie eenzaamheid en isolatie kan bufferen, en zo de sociale uitkomsten van de pandemie kan verbeteren.(50) Dit artikel onderstreept de complexe wisselwerking tussen volksgezondheidsmaatregelen, sociale verbinding en geestelijk welzijn, en benadrukt de dringende behoefte aan aangepaste interventies om de psychologische tol van isolatie te verzachten en sociale ondersteuning te bevorderen.
Meta-onderzoek naar Interventies bij Eenzaamheid in 2020
Meta-onderzoek speelt een cruciale rol bij het verkrijgen van een breed beeld van de effectiviteit van diverse interventies, door de resultaten van meerdere studies te synthetiseren. In 2020 en de jaren direct daarna verschenen er belangrijke meta-analyses die de stand van zaken opmaakten met betrekking tot eenzaamheidsinterventies.
Eerdere meta-analyses, zoals die van Masi et al. (2011, vaak geciteerd in 2020-relevante literatuur), toonden aan dat interventies die zich richtten op het aanpakken van onaangepaste sociale cognities (negatieve denkpatronen over sociale relaties) het meest succesvol waren in het verminderen van eenzaamheid.(39) Dit omvat technieken uit Cognitieve Gedragstherapie (CGT) en Mindfulness.(14) Dit suggereert dat het veranderen van interne percepties en verwachtingen een krachtige benadering is, omdat eenzaamheid niet alleen voortkomt uit een gebrek aan contact, maar ook uit de manier waarop individuen hun sociale wereld waarnemen en interpreteren.
Meta-analyses die de impact van COVID-19 op eenzaamheid onderzochten (bijv. Ernst et al., 2022 (1)), vonden weliswaar een kleine maar robuuste toename in eenzaamheid, maar benadrukten ook de aanzienlijke heterogeniteit van de effecten. Deze heterogeniteit wijst op de complexiteit van het probleem en de variabiliteit in de respons op de pandemie. Het impliceert dat de effectiviteit van interventies sterk kan variëren afhankelijk van de specifieke context, doelgroep en aard van de eenzaamheid.
Algemeen werd geconstateerd dat interventies die meerdere doelstellingen combineerden – zoals het verbeteren van sociale vaardigheden, het vergroten van sociale ondersteuning, het bieden van sociale mogelijkheden en het aanpakken van onaangepaste cognities – effectiever waren dan interventies met één focus.(41) Dit duidt op de noodzaak van een gepersonaliseerde en holistische benadering. De gemengde resultaten en de nadruk op de effectiviteit van multi-component interventies suggereren dat er geen “one-size-fits-all” oplossing is voor eenzaamheid. De complexiteit van eenzaamheid, met zijn diverse typen (sociaal, emotioneel, existentieel) en individuele risicofactoren, vereist een op maat gemaakte aanpak die verschillende dimensies van sociale verbinding en psychologisch welzijn adresseert. Dit pleit voor diagnostische precisie om de specifieke aard van iemands eenzaamheid te bepalen voordat een interventie wordt gekozen. Hulpverleners en beleidsmakers moeten daarom investeren in diagnostische instrumenten en flexibele interventieprogramma’s die kunnen worden aangepast aan de unieke behoeften van individuen, in plaats van generieke oplossingen te implementeren.
Met de gedwongen sociale afstand in 2020 werd technologie, zoals videobellen en online platforms, gezien als een potentieel middel om eenzaamheid te bestrijden. Meta-onderzoek begon de effectiviteit hiervan te evalueren, hoewel de resultaten gemengd waren.
Een Cochrane rapid review van Noone et al. (2020) over videobellen voor ouderen vond zeer onzeker bewijs voor de effectiviteit ervan in het verminderen van eenzaamheid.(40) De review concludeerde dat videobellen weinig tot geen verschil maakte vergeleken met gebruikelijke zorg. Belangrijk is dat geen van de geïncludeerde studies tijdens de COVID-19 pandemie was uitgevoerd, wat een lacune in het bewijs van 2020 benadrukt. Dit betekent dat de snelle en wijdverbreide adoptie van technologie voor sociale verbinding tijdens de pandemie vaak gebaseerd was op een aanname van effectiviteit, gedreven door noodzaak, in plaats van op robuust wetenschappelijk bewijs. Dit illustreert een kritieke kloof tussen de snelle implementatie van oplossingen tijdens een crisis en de beschikbaarheid van rigoureus, evidence-based onderzoek.
Ondanks de onzekere effectiviteit in de meta-analyse, werd erkend dat technologie-gebaseerde interventies potentieel hebben om sociale en ruimtelijke barrières te overbruggen, vooral voor ouderen met beperkte mobiliteit.(40) De discussie over de effectiviteit van technologie-gebaseerde interventies bleef controversieel, met sommige studies die suggereerden dat technologie de interactie kon vergroten en eenzaamheid kon verlichten, terwijl andere de moeilijkheden en het gebrek aan bewijs benadrukten.(54) Toekomstige crisissituaties vereisen daarom niet alleen snelle innovatie, maar ook gelijktijdige, snelle en rigoureuze evaluatie van nieuwe interventies om effectieve strategieën te identificeren en middelen efficiënt in te zetten.
Interventiestrategie | Beschrijving | Algemene Effectiviteit (op basis van 2020 meta-onderzoek) | Relevante Bronnen (Snippet ID’s) |
Aanpakken van Onaangepaste Sociale Cognities | Richt zich op het veranderen van negatieve denkpatronen en verwachtingen over sociale relaties (bijv. via CGT, Mindfulness). | Meest succesvol in het verminderen van eenzaamheid. | 14 |
Verbeteren van Sociale Vaardigheden | Training in communicatie, assertiviteit en andere sociale interactievaardigheden. | Deel van effectieve multi-component interventies. | 14 |
Versterken van Sociale Ondersteuning | Bevorderen van de kwaliteit en beschikbaarheid van emotionele en instrumentele steun uit het sociale netwerk. | Deel van effectieve multi-component interventies. | 14 |
Vergroten van Mogelijkheden voor Sociaal Contact | Creëren van gelegenheden voor interactie via groepsactiviteiten, gemeenschapsprogramma’s, etc. | Deel van effectieve multi-component interventies; groepsbehandelingen effectief. | 14 |
Technologie-gebaseerde Interventies (bijv. videobellen) | Gebruik van digitale middelen om sociale verbindingen te faciliteren. | Zeer onzeker bewijs voor effectiviteit in 2020, meer onderzoek nodig. | 40 |
Multi-component Interventies | Combinatie van meerdere strategieën (bijv. psychologisch, sociale vaardigheden, sociale ondersteuning, sociale contacten). | Effectiever dan single-focus interventies. | 41 |
Populair-wetenschappelijke Samenvattingen:
Meta-onderzoek naar Interventies bij Eenzaamheid
Noone, C., McSharry, J., Smalle, M., Burns, A., Dwan, K., Devane, D., & Morrissey, E. C. (2020). Video calls for reducing social isolation and loneliness in older people: a rapid review. (40)
Deze Cochrane rapid review, gepubliceerd in mei 2020, onderzocht de effectiviteit van videobellen bij het verminderen van sociale isolatie en eenzaamheid bij oudere volwassenen. De snelle aard van de review was ingegeven door de dringende behoefte aan bewijs tijdens de COVID-19 pandemie, aangezien fysieke afstandsmaatregelen de bezorgdheid over eenzaamheid bij ouderen vergrootten.
De auteurs zochten in diverse databases naar studies die de effecten van videobellen of videoconferenties op eenzaamheid, sociale isolatie, depressie en kwaliteit van leven bij ouderen (gemiddelde leeftijd ≥ 65 jaar) onderzochten. De review identificeerde drie cluster quasi-gerandomiseerde studies met in totaal 201 deelnemers, die allemaal de effectiviteit van videobellen vergeleken met gebruikelijke zorg in verpleeghuizen in Taiwan tussen 2010 en 2020. Geen van deze studies was specifiek uitgevoerd tijdens de COVID-19 pandemie, wat een belangrijke beperking vormde voor de directe toepasbaarheid van de bevindingen op de pandemiecontext.
De belangrijkste bevinding met betrekking tot eenzaamheid was dat er zeer onzeker bewijs was voor de effectiviteit van videobellen in het verminderen van eenzaamheid bij ouderen.(40) De resultaten suggereerden dat videobellen weinig tot geen verschil maakte in eenzaamheidsscores vergeleken met gebruikelijke zorg, zowel op de korte (drie maanden) als op de langere termijn (zes en twaalf maanden). De zekerheid van dit bewijs werd als laag beoordeeld vanwege beperkingen in de studies, onnauwkeurigheid en indirectheid.
Wat sociale isolatie betreft, rapporteerden geen van de geïncludeerde studies dit als uitkomstmaat.(53) Voor depressieve symptomen en kwaliteit van leven was het bewijs eveneens zeer onzeker, met weinig tot geen verschil tussen de videobelgroepen en de controlegroepen.
De auteurs concludeerden dat er op dat moment (mei 2020) geen robuust bewijs was om de effectiviteit van videobellen als interventie tegen eenzaamheid bij ouderen te ondersteunen. Dit benadrukt de kloof tussen de snelle implementatie van technologie tijdens een crisis en de beschikbaarheid van rigoureus, evidence-based onderzoek. De review onderstreept de dringende noodzaak van toekomstig onderzoek met robuustere methoden en meer diverse en representatieve deelnemers, specifiek gericht op ouderen die aantoonbaar eenzaam of sociaal geïsoleerd zijn, om de effectiviteit van technologie-gebaseerde interventies vast te stellen.
Vargo, E. J., et al. (2020). Interventions to reduce social isolation and loneliness during COVID-19: A rapid systematic review. (55)
Dit artikel, een snelle systematische review gepubliceerd in 2020, richtte zich op het identificeren van effectieve interventies om sociale isolatie en eenzaamheid te verminderen, met een specifieke focus op de relevantie tijdens de COVID-19 pandemie en de bijbehorende afstandsmaatregelen. De onderzoekers zochten in zes elektronische databases naar systematische reviews over interventies voor eenzaamheid en/of sociale isolatie, en selecteerden vervolgens primaire studies uit deze reviews die relevant waren voor de context van COVID-19.
De review identificeerde 45 gerandomiseerde gecontroleerde trials (RCT’s) en 13 niet-gerandomiseerde gecontroleerde trials. Een cruciale bevinding was dat geen van deze studies was uitgevoerd tijdens de COVID-19 pandemie.(55) Dit onderstreepte een belangrijke lacune in het bewijsmateriaal op het moment van de pandemie: hoewel er veel literatuur bestond over eenzaamheidsinterventies, was er weinig direct bewijs over hun effectiviteit onder de unieke omstandigheden van lockdowns en fysieke afstand.
De aard, het type en de potentiële effectiviteit van de geïncludeerde interventies varieerden aanzienlijk. Desondanks konden de auteurs enkele veelbelovende benaderingen identificeren. Effectieve interventies voor eenzaamheid omvatten:
- Psychologische therapieën: Zoals mindfulness.(55)
- Lessen over vriendschap: Interventies die zich richten op het verbeteren van sociale vaardigheden en het opbouwen van relaties.(55)
- Robot huisdieren: Een onverwachte, maar potentieel effectieve vorm van gezelschap.(55)
- Sociale facilitatiesoftware: Technologie die sociale interactie vergemakkelijkt.(55)
Veel succesvolle interventies omvatten cognitieve of educatieve componenten, of faciliteerden communicatie tussen leeftijdsgenoten.(55) De auteurs merkten op dat deze interventies mogelijk slechts kleine aanpassingen nodig hadden om compatibel te zijn met de COVID-19 afstandsmaatregelen. Echter, de review vond dat weinig interventies de sociale isolatie (objectief gebrek aan contact) verbeterden, wat de uitdaging benadrukt om verder te gaan dan alleen het subjectieve gevoel van eenzaamheid.
De studie benadrukt de urgentie om effectieve interventies te identificeren in het licht van de COVID-19 pandemie, die een groot aantal mensen wereldwijd het risico op sociale isolatie en eenzaamheid deed lopen. De conclusie dat er een gebrek was aan direct bewijs uit de pandemie zelf, benadrukt de noodzaak van snel en rigoureus onderzoek tijdens crisissituaties om beleidsmakers en hulpverleners te voorzien van de meest relevante en actuele informatie.
- Loneliness Before and During the COVID-19 Pandemic: A Systematic Review with Meta-Analysis – PMC – PubMed Central, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC9768682/
- Loneliness and social isolation during the COVID-19 pandemic – PMC, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC7306546/
- Loneliness and Social Connections – Our World in Data, geopend op juni 9, 2025, https://ourworldindata.org/social-connections-and-loneliness
- Loneliness, Social Isolation, and All-Cause Mortality in a Large Sample of Older Adults, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC9483694/
- The Impact of Loneliness on Depression, Mental Health Days, and Physical Health, geopend op juni 9, 2025, https://www.medrxiv.org/content/10.1101/2025.02.02.25321551v1.full-text
- The loneliness pandemic: Loneliness and other concomitants of …, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC7330569/
- Social Isolation and Loneliness – World Health Organization (WHO), geopend op juni 9, 2025, https://www.who.int/teams/social-determinants-of-health/demographic-change-and-healthy-ageing/social-isolation-and-loneliness
- Loneliness in the Era of COVID-19 – Frontiers, geopend op juni 9, 2025, https://www.frontiersin.org/journals/psychology/articles/10.3389/fpsyg.2020.02219/full
- Depression and loneliness of older adults in Europe and Israel after the first wave of covid-19 – PMC – PubMed Central, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC8383247/
- Loneliness in Young Adults During the First Wave of COVID-19 …, geopend op juni 9, 2025,https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC8703162/
- Loneliness and Social Isolation Among Older Adults During the COVID-19 Pandemic – IJIP, geopend op juni 9, 2025, https://ijip.in/wp-content/uploads/2024/02/18.01.302.20231104.pdf
- Psychological Consequences of Social Isolation During … – Frontiers, geopend op juni 9, 2025, https://www.frontiersin.org/journals/psychology/articles/10.3389/fpsyg.2020.02201/full
- Loneliness Matters: A Theoretical and Empirical Review of Consequences and Mechanisms, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC3874845/
- What works to reduce loneliness: a rapid systematic review of 101 interventions – PMC, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC12119363/
- Loneliness and psychological distress before and during the COVID-19 pandemic: Relationships with social media identity bubbles – PubMed Central, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC8688936/
- Full article: Quantity and quality of social relationships and their associations with loneliness in older adults, geopend op juni 9, 2025, https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/13607863.2025.2460068
- Developing a new conceptual framework of meaningful interaction …, geopend op juni 9, 2025, https://eprints.whiterose.ac.uk/id/eprint/162510/29/Developing%20a%20new%20conceptual%20framework%20of%20meaningful%20interaction%20for%20understanding%20social%20isolation%20and%20loneliness.pdf
- Loneliness and Social Isolation During the COVID-19 Pandemic: A …, geopend op juni 9, 2025, https://econtent.hogrefe.com/doi/10.1027/1016-9040/a000453
- The Trajectory of Loneliness in Response to COVID-19 – PMC, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC7890217/
- The Psychology of Loneliness, geopend op juni 9, 2025, https://www.campaigntoendloneliness.org/wp-content/uploads/Psychology_of_Loneliness_FINAL_REPORT.pdf
- MONASH FRAMEWORK 2020-2025 – Loneliness, geopend op juni 9, 2025, https://www.monash.vic.gov.au/files/assets/public/edms/about-us/corporate-plans-strategies/loneliness-monash-loneliness-framework-2020-2025.pdf
- Facts and Statistics – Campaign to End Loneliness, geopend op juni 9, 2025, https://www.campaigntoendloneliness.org/facts-and-statistics/
- Associations between social media use and loneliness in a cross-national population, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC9817115/
- Loneliness Before and During the COVID-19 Pandemic: A Systematic Review With Meta-Analysis – American Psychological Association, geopend op juni 9, 2025, https://www.apa.org/pubs/journals/releases/amp-amp0001005.pdf
- A conceptual review of loneliness across the adult life course (16+ years) – What Works Wellbeing, geopend op juni 9, 2025, https://whatworkswellbeing.org/wp-content/uploads/2020/02/V3-FINAL-Loneliness-conceptual-review.pdf
- Emotional, Social, and Existential Loneliness Before and During the COVID-19 Pandemic: Prevalence and Risk Factors Among Dutch Older Adults – ResearchGate, geopend op juni 9, 2025, https://www.researchgate.net/publication/352222960_Emotional_Social_and_Existential_Loneliness_Before_and_During_the_COVID-19_Pandemic_Prevalence_and_Risk_Factors_Among_Dutch_Older_Adults
- Emotional, Social, and Existential Loneliness Before and During the …, geopend op juni 9, 2025, https://academic.oup.com/psychsocgerontology/article/77/7/e179/6294169
- Loneliness: A Signature Mental Health Concern in the Era of COVID …, geopend op juni 9, 2025, https://www.researchgate.net/publication/341602196_Loneliness_A_Signature_Mental_Health_Concern_in_the_Era_of_COVID-19
- Loneliness in the UK during the COVID-19 pandemic: Cross … – PLOS, geopend op juni 9, 2025, https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0239698
- (PDF) Loneliness in the UK during the COVID-19 pandemic: Cross-sectional results from the COVID-19 Psychological Wellbeing Study – ResearchGate, geopend op juni 9, 2025, https://www.researchgate.net/publication/344384660_Loneliness_in_the_UK_during_the_COVID-19_pandemic_Cross-sectional_results_from_the_COVID-19_Psychological_Wellbeing_Study
- Loneliness among single and coupled individuals in response to the COVID-19 pandemic: A cross-country analysis | International Journal of Clinical and Health Psychology – Elsevier, geopend op juni 9, 2025, https://www.elsevier.es/en-revista-international-journal-clinical-health-psychology-355-articulo-loneliness-among-single-coupled-individuals-S169726002300039X
- geopend op januari 1, 1970, https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S016517812030117X
- Social Isolation and Loneliness Before and During the COVID-19 Pandemic – Oxford Academic, geopend op juni 9, 2025, https://academic.oup.com/psychsocgerontology/article-pdf/77/7/e185/44416480/gbab068.pdf
- Protecting Mental Health in a Pandemic – Indiana University, geopend op juni 9, 2025, https://annualreport2019-2020.research.iu.edu/tackling-pandemic/protecting-mental-health-in-a-pandemic.html
- Changes in Social Lives and Loneliness During COVID-19 Among Older Adults: A Closer Look at the Sociodemographic Differences, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC10198802/
- Killgore, W. D. S., Cloonan, S. A., Taylor, E. C., & Dailey, N. S. (2020). Loneliness A Signature Mental Health Concern in the Era of COVID-19. Psychiatry Research, 290, Article ID 113117. – References, geopend op juni 9, 2025, https://www.scirp.org/reference/referencespapers?referenceid=3205126
- Increased experiences of loneliness during the COVID‐19 pandemic, emotional distress and changes in perceived physical and mental health: A structural equation model – PubMed Central, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC10907826/
- Loneliness and older adults: psychological resilience and technology use during the COVID-19 pandemic—a cross sectional study – Frontiers, geopend op juni 9, 2025,https://www.frontiersin.org/journals/aging/articles/10.3389/fragi.2023.1184386/full
- A Meta-Analysis of Interventions to Reduce Loneliness – PMC – PubMed Central, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC3865701/
- The effectiveness of remote delivered intervention for loneliness reduction in older adults: A systematic review and meta-analysis – Frontiers, geopend op juni 9, 2025, https://www.frontiersin.org/journals/psychology/articles/10.3389/fpsyg.2022.935544/full
- Interventions for loneliness in older adults: a systematic review of reviews – Frontiers, geopend op juni 9, 2025, https://www.frontiersin.org/journals/public-health/articles/10.3389/fpubh.2024.1427605/full
- Interventions for loneliness in older adults: a systematic review of reviews – PMC, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC11291379/
- Interventions – Social Isolation and Loneliness in Older Adults …, geopend op juni 9, 2025,https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK557966/
- Interventions to reduce social isolation and loneliness among …, geopend op juni 9, 2025, https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0309565
- Interventions to reduce social isolation and loneliness among …, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC11658517/
- Interventions to Reduce Loneliness in Community-Living Older Adults: a Systematic Review and Meta-analysis, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC11074098/
- Recommendations from the 2020 NASEM report on Social Isolation and Loneliness in Older Adults – Addressing the Rising Mental Health Needs of an Aging Population – NCBI, geopend op juni 9, 2025, https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK600183/
- Promising Approaches Revisited | Campaign to End Loneliness, geopend op juni 9, 2025, https://www.campaigntoendloneliness.org/tackling-loneliness/promising-approaches-revisited/
- Social Isolation and Loneliness in Older Adults: Review and …, geopend op juni 9, 2025, https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32919873/
- Loneliness, Isolation, and Social Support Factors in Post-COVID-19 …, geopend op juni 9, 2025, https://www.researchgate.net/publication/342288774_Loneliness_Isolation_and_Social_Support_Factors_in_Post-COVID-19_Mental_Health
- Social Isolation, Loneliness and Well-Being: The Impact of WeChat Use Intensity During the COVID-19 Pandemic in China – Frontiers, geopend op juni 9, 2025, https://www.frontiersin.org/journals/psychology/articles/10.3389/fpsyg.2021.707667/full
- Interventions for loneliness in older adults: a systematic review of reviews – ResearchGate, geopend op juni 9, 2025, https://www.researchgate.net/publication/382741481_Interventions_for_loneliness_in_older_adults_a_systematic_review_of_reviews
- Cochrane – Institute of Public Health, geopend op juni 9, 2025, https://www.publichealth.ie/sites/default/files/resources/Noone_et_al-2020-Cochrane_Database_of_Systematic_Reviews.pdf
- The Effectiveness of Technology-Based Interventions for Reducing Loneliness in Older Adults: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials – Frontiers, geopend op juni 9, 2025, https://www.frontiersin.org/journals/psychology/articles/10.3389/fpsyg.2021.711030/full
- Interventions to reduce social isolation and loneliness during COVID-19 physical distancing measures: A rapid systematic review – University of Cambridge, geopend op juni 9, 2025, https://www.repository.cam.ac.uk/bitstreams/2a2b9569-335b-4491-8b68-4087620afc1d/download
- Full article: Loneliness: A Scoping Review of Reviews From 2001 to 2023, geopend op juni 9, 2025, https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/00223980.2025.2462632
- theoretical framework of loneliness, social isolation, and associated… – ResearchGate, geopend op juni 9, 2025, https://www.researchgate.net/figure/theoretical-framework-of-loneliness-social-isolation-and-associated-health-outcomes_fig1_352946002
- Affective Neuroscience of Loneliness: Potential Mechanisms underlying the Association between Perceived Social Isolation, Health, and Well-Being, geopend op juni 9, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC9910279/
- The Relationship Between Loneliness and Psychological Adjustment: Validation of the Italian Version of the Interpersonal Acceptance–Rejection Loneliness Scale – Frontiers, geopend op juni 9, 2025, https://www.frontiersin.org/journals/psychology/articles/10.3389/fpsyg.2021.655410/full
- Interventions to Reduce Loneliness in Community-Living Older Adults: a Systematic Review and Meta-analysis – ResearchGate, geopend op juni 9, 2025, https://www.researchgate.net/publication/377323911_Interventions_to_Reduce_Loneliness_in_Community-Living_Older_Adults_a_Systematic_Review_and_Meta-analysis